• Zorg dat je muren mooi egaal en vlak zijn voor een optimaal resultaat.
• Verwijder eventueel oud behang.
• Vul gaten en schuur de oneffenheden.
  
  
• Gebruik een waterspons om de muur te testen.
• Loopt het water van de muur af? Dan hoef je de muur niet voor te strijken
• Wordt het water opgenomen door de muur? Dan heeft jouw muur een zuigende werking en moet je het oppervlak eerst voorstrijken. 
  
  
• Behang je een muur waarin zich stopcontacten of schakelaars bevinden?
  Verwijder deze dan veilig en vergeet niet eerst de stroom uit te schakelen.
• Maak het oppervlak van de muur schoon en droog.
• Dek de vloer af om deze te beschermen tegen lijm en vuil.

• Afdekzeil vloer
• Waterpas of loodlijn
• Potlood
• Behanglijm (Perfax Ready&Roll)
• Lijmroller
• Behangaandrukker
• Stanleymes
• Schaar
• Stevige trap
• Schone doek
• Emmer met warm water

Tip 1. Temperatuur. Het is van belang dat de temperatuur constant blijft. De optimale temperatuur om het behang aan te brengen ligt tussen de 18 – 25 ºC. Scherm direct zonlicht af met zonwering. Behang moet altijd rustig drogen. 

Tip 2. Werk van het raam af. Werk bij het behangen altijd van het raam af. Op deze manier valt het licht in de behangnaden zodat ze nauwelijks opvallen. Doe je het andersom – dus naar het raam toe – dan vallen de behangnaden juist enorm op.

Tip 3. Aftekenen. Gebruik altijd een zacht potlood; inkt van viltstiften en pennen kan door het behang heen zichtbaar zijn.

Tip 4. Loodlijn. Teken een Loolijn om te voorkomen dat je behang scheef komt te hangen. 

Tip 5. Hoeken. Ga je twee muren naast elkaar behangen en moet je de hoek om? Je kan dan het behang gewoon in de hoek omvouwen. Zo lopen de muren en het patroon mooi in elkaar over.

Omdat deurkozijnen, muren of plafonds niet altijd waterpas zijn, kun je het beste met behulp van een waterpas een loodrechte lijn op de muur tekenen. Teken deze lijn op een afstand van ongeveer 3 cm minder dan de breedte van de behangrol vanaf de hoek waar je begint met behangen. Bijvoorbeeld, bij een rolbreedte van 53 cm teken je de lijn op 50 cm van de hoek.

Begin met de hoek die zich het dichtst bij het raam bevindt. Werk bij het behangen altijd van het raam af. Op deze manier valt het licht in de behangnaden zodat ze nauwelijks opvallen. Doe je het andersom – dus naar het raam toe – dan vallen de behangnaden juist enorm op.

• Rol het behang uit en controleer op eventuele drukfouten of printstrepen *
• Heb jij behang op maat? dan zijn de banen genummerd, leg de banen op volgorde.
• Heb jij behang op rol? Knip dan de banen van de rol en leg op volgorde. Houd rekening met voldoende overlap (bovenaan 5 cm en beneden 5 cm)

• Smeer het behanglijm met een roller steeds op dat stuk van de muur dat je volgende behangbaan inneemt.
• Iets breder mag: zo weet je zeker dat je geen loshangende randjes krijgt.
• Gebruik voor de hoeken een lijmkwast.
• Werk van boven naar beneden.
• Houd bovenaan 5 cm overlap. Niet alle muren lopen recht en zo weet je zeker dat je geen behang tekort komt.
• Plaats de baan rechts langs de loodlijn die je hebt uitgetekend.
• Duw het behang met een behangaandrukker, of een aandrukspatel tegen de muur.

• Druk het behang in de hoeken nog eens extra aan, voor een goede vouwlijn.
• Het behang kun je dan afsnijden met een zeer scherp mesje. Gebruik altijd een scherp mesje om behang te snijden. Een bot mesje kan scheuren veroorzaken.
• Ook overtollig behang bij stopcontacten snijd je eenvoudig weg door het behang stevig aan te drukken en het middenstuk een kruissnede. Nu kun je de punten eraf knippen. Zorg er wel voor dat je hem tot iets binnen de omtrek van het stopcontact of de schakelaar knipt.